WCAG

Wat zijn WCAG?

De Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) zijn een set richtlijnen die bedoeld zijn om de toegankelijkheid van webinhoud te verbeteren voor mensen met een beperking. Deze richtlijnen zijn opgesteld door het World Wide Web Consortium (W3C), en bieden een raamwerk voor het creëren van webinhoud die toegankelijk is voor iedereen, ongeacht hun vaardigheden of beperkingen.

De WCAG richt zich op verschillende aspecten van toegankelijkheid, zoals visuele, auditieve, motorische en cognitieve toegankelijkheid, en biedt aanbevelingen om ervoor te zorgen dat websites, apps en andere digitale content bruikbaar zijn voor de breedst mogelijke doelgroep. Dit kan variëren van het verbeteren van de leesbaarheid voor mensen met een visuele beperking tot het aanpassen van de navigatie voor mensen met motorische beperkingen.

Niveaus van WCAG

De WCAG richtlijnen zijn verdeeld in drie verschillende conformiteitsniveaus:

1. Niveau A: De laagste standaard. Het betreft vereisten die essentieel zijn om ervoor te zorgen dat de webinhoud bruikbaar is voor de meerderheid van de gebruikers.
2. Niveau AA: De middelste standaard. Dit is het niveau waarop wij ons momenteel richten in onze documentatie. Het omvat vereisten die de toegankelijkheid aanzienlijk verbeteren voor de meeste gebruikers, inclusief mensen met veelvoorkomende beperkingen.
3. Niveau AAA: Het hoogste niveau. Deze richtlijnen zijn optioneel en bevatten de strengste eisen, bedoeld voor een ideale, universele toegankelijkheid.

Wat is nieuw in WCAG 2.2?

De meest recente versie van de WCAG is 2.2, die enkele nieuwe richtlijnen en verduidelijkingen toevoegt aan de eerdere versie (2.1). Deze versie richt zich voornamelijk op de verbetering van de gebruikerservaring voor mensen met cognitieve en leesgerelateerde beperkingen, en biedt verdere verduidelijkingen om webontwerpen inclusiever te maken. De wijzigingen in versie 2.2 versterken de toegankelijkheid op gebieden zoals interactieve elementen, gebruiksvriendelijke navigatie en vereenvoudigde taal.

Wij volgen altijd de nieuwste versie van de WCAG-richtlijnen, en streven ernaar deze te integreren in ons ontwerp- en ontwikkelingsproces om ervoor te zorgen dat onze producten zo toegankelijk mogelijk zijn voor iedereen.

Onze focus op niveau AA

Hoewel de WCAG-richtlijnen drie niveaus van conformiteit bevatten, richten wij ons op het naleven van niveau AA voor al onze documentatie en digitale platformen. Dit betekent dat we ervoor zorgen dat onze inhoud voldoet aan de meest gangbare en essentiële toegankelijkheidsvereisten, zodat we een brede gebruikersgroep kunnen ondersteunen, inclusief mensen met visuele, auditieve, motorische en cognitieve beperkingen. Niveau AAA wordt op dit moment niet in onze documentatie opgenomen, maar we blijven continu werken aan verbeteringen in de toegankelijkheid van onze producten.

1. Waarneembare Inhoud (Perceivable)

1.1 Tekstalternatief

 

1.1.1 Niet-tekstuele inhoud

Dit criterium zorgt ervoor dat belangrijke niet-tekstuele inhoud, zoals afbeeldingen, video's en grafieken, toegankelijk is voor mensen die de inhoud niet kunnen zien.

1.2 Tijdsgebaseerde media

 

1.2.1 Audio-only en video-only inhoud

Dit richtlijn vraagt om alternatieven voor audio- of video-inhoud, zoals transcripties en ondertitels, zodat alle gebruikers toegang hebben tot deze media.

1.2.2 Ondertitels (Opgenomen)

Ondertitels moeten worden aangeboden voor alle opgenomen audio-inhoud zodat mensen met gehoorverlies toegang hebben tot de informatie.

1.2.3 Audio beschrijving of media alternatief (Opgenomen)

Dit criterium zorgt ervoor dat visuele informatie wordt beschreven in de audio, zodat mensen met een visuele beperking toegang hebben tot de inhoud.

1.2.4 Ondertitels (Live)

Voor live audio- en videostreams moeten ondertitels worden geboden, zodat iedereen de inhoud kan volgen.

1.2.5 Audio beschrijving (Opgenomen)

De audio beschrijving biedt een visuele uitleg voor opgenomen video-inhoud, wat essentieel is voor blinde of slechtziende gebruikers.

1.3 Aanpasbaar

 

1.3.1 Informatie en relaties

Dit criterium behandelt de correcte structuur van inhoud zodat informatie goed begrepen wordt, zelfs door hulpmiddelen zoals schermlezers.

1.3.2 Structurele gegevens

Hier wordt aangegeven hoe de structuur van een pagina zo moet worden gepresenteerd dat gebruikers de informatie goed kunnen verwerken.

1.3.3 Zintuiglijke Kenmerken

Het geeft richtlijnen voor het gebruik van visuele of andere zintuiglijke kenmerken om toegang te krijgen tot inhoud.

1.3.4 Oriëntatie

Dit criterium waarborgt dat inhoud kan worden weergegeven in verschillende oriëntaties zonder verlies van informatie.

1.3.5 Identificeer het inputdoel

Het richt zich op het duidelijk maken van invoervelden voor gebruikers, zodat ze begrijpen wat er van hen wordt verwacht.

1.4 Onderscheidbaar

 

1.4.1 Gebruik van kleur

Dit criterium zorgt ervoor dat kleur niet het enige middel is om belangrijke informatie over te brengen, zodat gebruikers die kleur niet goed kunnen zien, de inhoud toch kunnen begrijpen.

1.4.2 Audio-regeling

Dit richtlijn zorgt ervoor dat gebruikers controle hebben over de audio-inhoud, zoals het aanpassen van het volume of het uitschakelen van geluid.

1.4.3 Contrast (minimum)

Dit criterium vereist voldoende contrast tussen tekst en de achtergrond, zodat de tekst goed leesbaar is voor gebruikers met een slecht gezichtsvermogen.

1.4.4 Tekst herschalen

Gebruikers moeten de tekst op een pagina kunnen herschalen zonder dat inhoud verloren gaat, zodat het toegankelijk is voor mensen die moeite hebben met het lezen van kleine tekst.

1.4.5 Afbeeldingen van tekst

Dit richtlijn stelt dat tekst in afbeeldingen vermeden moet worden, tenzij het niet mogelijk is om de tekst op een andere manier te presenteren.

1.4.10 Reflow

Dit criterium zorgt ervoor dat inhoud zich aanpast aan het schermformaat zonder dat er horizontaal gescrold moet worden, zodat de inhoud goed leesbaar is op verschillende apparaten.

1.4.11 Non-tekst Contrast

Dit richtlijn zorgt ervoor dat niet-tekstuele elementen, zoals knoppen en iconen, voldoende contrast hebben ten opzichte van de achtergrond.

1.4.12 Tekstafstand

Dit criterium zorgt ervoor dat de afstand tussen letters, woorden en regels voldoende is voor een betere leesbaarheid.

1.4.13 Inhoud bij hover of focus

Het richt zich op het zorgen dat extra inhoud die verschijnt wanneer een gebruiker met de muis zweeft of de focus verplaatst, toegankelijk is voor iedereen.

2. Bediening (Operable)

2.1 Toetsenbordtoegankelijkheid

 

2.1.1 Toetsenbordtoegankelijkheid

Alle interactieve elementen moeten via het toetsenbord toegankelijk zijn voor gebruikers die geen muis gebruiken.

2.1.2 Geen toetsvergrendeling

Gebruikers mogen geen beperkingen ervaren die het gebruik van toetsenborden beperken.

2.1.4 Sneltoetsen met Karakters

Dit richtlijn behandelt de toegankelijkheid van sneltoetsen voor gebruikers die geen muis gebruiken.

2.2 Voldoende tijd

 

2.2.1 Voldoende tijd

Gebruikers moeten voldoende tijd krijgen om interacties te voltooien, vooral bij tijdgevoelige acties.

2.2.2 Pauzeer/stop/verleng

Gebruikers moeten de mogelijkheid hebben om geanimeerde inhoud of automatische updates te pauzeren of stoppen.

2.3 Aanvallen en lichamelijke reacties

 

2.3.1 Maximaal drie flitsen

Inhoud die flitst, mag niet meer dan drie keer per seconde flitsen om gebruikers met gevoeligheid voor flikkeringen te beschermen.

2.4 Navigeerbaar

 

2.4.1 Blokken omzeilen

Gebruikers moeten in staat zijn om snel naar belangrijke inhoud te navigeren, zoals het omzeilen van grote navigatieblokken.

2.4.2 Paginatitels

Dit criterium vereist dat paginatitels duidelijk en informatief zijn, zodat gebruikers weten waar ze zich bevinden.

2.4.3 Focusvolgorde

Het bepaalt dat de volgorde van focus op elementen logisch en voorspelbaar moet zijn voor gebruikers die toetsenbordnavigatie gebruiken.

2.4.4 Doel van de link

Het moet voor gebruikers duidelijk zijn waar een link naartoe leidt, zodat ze beslissingen kunnen nemen over het klikken.

2.4.5 Meerdere manieren

Dit criterium moedigt aan dat een gebruiker verschillende manieren heeft om de inhoud te vinden, zoals via zoekfunctionaliteit of navigatiemenu's.

2.4.6 Koppen en labels

Koppen en labels moeten duidelijk zijn zodat gebruikers snel informatie kunnen vinden en begrijpen.

2.4.7 Focus zichtbaar

Het is essentieel dat de focus zichtbaar is voor gebruikers zodat ze weten waar ze zich bevinden op een pagina.

2.4.11 Focus niet belemmerd

Gebruikers moeten in staat zijn om eenvoudig door inhoud te navigeren zonder dat de focus wordt belemmerd door pop-ups of andere elementen.

2.5 Invoermethoden

 

2.5.1 Touchbediening

Dit criterium garandeert dat de inhoud niet afhankelijk is van specifieke interactie met een aanraakscherm, zodat gebruikers met verschillende invoermethoden toegang hebben.

2.5.2 Gebaren

Gebruikers moeten alternatieven krijgen voor gebaren die niet voor iedereen toegankelijk zijn, zodat iedereen de inhoud kan gebruiken.

2.5.3 Labels of instructies

Dit richtlijn vereist dat interactieve elementen zoals formulieren en knoppen duidelijk gelabeld en van instructies voorzien zijn, zodat ze eenvoudig te begrijpen zijn voor alle gebruikers.

2.5.4 Beperkingen van het gebruik van invoer

Dit criterium voorkomt dat inhoud afhankelijk is van alleen specifieke handelingen of invoermethoden, waardoor de toegankelijkheid wordt vergroot voor een bredere gebruikersgroep.

3. Begrijpelijkheid

3.1 Leesbaar

 

3.1.1 Taal van de pagina

Het moet duidelijk zijn welke taal wordt gebruikt op een pagina, zodat gebruikers de inhoud kunnen begrijpen.

3.1.2 Taal van onderdelen

De taal van afzonderlijke delen van de inhoud moet correct zijn aangeduid.

3.2 Voorspelbaar

 

3.2.1 Bij focus

Het gedrag van interface-elementen moet voorspelbaar zijn wanneer de gebruiker er de focus op zet.

3.2.2 Bij invoer

Gebruikers moeten duidelijke aanwijzingen krijgen bij invoeracties.

3.2.3 Consistente navigatie

Navigatie moet consistent zijn om verwarring te voorkomen.

3.2.4 Consistente identificatie

Het is belangrijk dat vergelijkbare elementen op een consistente manier worden geïdentificeerd.

3.2.6 Consistente hulp

Gebruikers moeten consistente en gemakkelijk toegankelijke hulpbronnen kunnen vinden.

3.3 Invoerhulp

 

3.3.1 Foutidentificatie

Dit criterium zorgt ervoor dat fouten die een gebruiker maakt tijdens het invoeren van gegevens duidelijk geïdentificeerd worden, zodat ze eenvoudig gecorrigeerd kunnen worden.

3.3.2 Labels of instructies

Gebruikers moeten duidelijke labels of instructies krijgen voor invoervelden, zodat ze precies weten wat er van hen wordt verwacht bij het invullen.

3.3.3 Foutsuggestie

Dit criterium garandeert dat gebruikers niet alleen fouten herkennen, maar ook suggesties krijgen voor het corrigeren van die fouten.

3.3.4 Foutpreventie

Dit richtlijn vraagt om het aanbieden van methoden waarmee gebruikers fouten kunnen voorkomen, bijvoorbeeld door gegevens vooraf te valideren of door voorspellende invoer te gebruiken.

3.3.7 Redundante invoer

Dit criterium voorkomt dat gebruikers dezelfde gegevens meerdere keren moeten invoeren door automatische aanvulling of hergebruik van eerdere invoer te ondersteunen.

3.3.8 Toegankelijke authenticatie (minimaal)

Gebruikers moeten eenvoudige, toegankelijke methoden hebben om zich te authenticeren zonder ingewikkelde of ontoegankelijke processen.

4. Robuust (Robust)

4.1 Compatibel

 

4.1.2 Naam, Rol, Waarde

Dit criterium zorgt ervoor dat interface-elementen correct geconfigureerd zijn voor gebruik met assistieve technologieën.

4.1.3 Statusberichten

De status van interactieve elementen moet beschikbaar worden gesteld aan gebruikers via ondersteunende technologieën.